maandag 23 november 2015

Boavida ... Het eiland van het goede leven.


BOAVIDA … HET EILAND VAN HET GOEDE LEVEN


De Griekse cartograaf Ptolemæus sprak in de tweede eeuw voor onze tijdrekening over “Heptanesia”,  Oudgrieks voor “een groep van zeven eilanden”. Door de eeuwen en vele omstandigheden heen werden de eilanden één grote stad, een stad met vele gezichten, vele bestuursvormen, rijk aan geschiedenis, aan strijd. Een stad ook met vele namen: Bom Bahia, Buon Bahia, Bombain - de goede baai - Bombay, Mumbay … In 1538 zouden de Portugezen het zelfs Boavida genoemd hebben: “het eiland van het goede leven”.  Mumbai - de naam die door de hindoe-nationalistische partij Shiv Sena in 1996 opnieuw werd ingevoerd - zou verwijzen naar de godin Mumbadevi en een tempel in 1737 voor haar gebouwd op de plaats waar nu de Chhatrapati Shivaji Terminus is, het voormalige Victoria Station. Zij  was de patroonheilige, de huisgodin van de oorspronkelijke bewoners van het centrale eiland, de Koli fishermen en de Agri, salt collectors.



Boavida, het eiland van het goede leven …

Ik kan het mij moeilijk voorstellen. Voor een beperkte elite zal het wellicht nog altijd waar zijn. Voor de overgrote meerderheid van de bevolking - naar schatting meer dan 15 miljoen, geregistreerd en niet - wordt dit zonder twijfel nooit werkelijkheid. In de eerste plaats al zeker niet voor de meer dan 1 miljoen bewoners van Dharavi, tot voor een paar jaar het grootste slumgebied van Azië. Deze bedenkelijke eer zou nu toekomen aan Orangi Town in de Pakistaanse stad Karachi. De Dharavi slums zijn bij ons vooral bekend door de werking van zuster Jeanne Devos en de film Slumdog Millionaire, waarin de kinderrollen “gespeeld” worden door kinderen uit de slum. Dev Patel, die Jamal Malik - de hoofdrol vertolkte - en zijn familie wachten nog steeds op de uitvoering van de contracten. De Britse productiebedrijven Celador Films en Film4productions blijven weigeren. Exemplarisch voor de manier waarop slumbewoners behandeld worden. Een meer positieve anekdote is wellicht het feit dat Dev Patel en Freida Pinto, de vertolkers van Jamal Malik en Latika, ook in het echte leven samen het geluk gevonden hebben. Hopelijk ook vandaag nog.



In de 18de eeuw was Dharavi nog een eiland, voor een groot gedeelte mangrovemoeras bewoond door Koli-vissers. In de 19de eeuw werden de moerassen gedempt, verhuisden de vissers en werden ze vervangen door nieuwe immigranten. Dharavi, eeuwenlang illegaal, werd in 2004 een officieel erkende wijk van Mumbai. Dharavi telt naar schatting meer dan 15.000 “thuisbedrijfjes” voornamelijk - in meestal erbarmelijke en ongezonde omstandigheden - actief rond het verwerken van recycleerbare afval, textiel en pottenbakken. De jaarlijkse omzet wordt geraamd op meer dan 600 miljoen euro.



Het zal niemand verbazen dat de bevolking van deze sloppenwijk geconfronteerd wordt met enorme gezondheidsproblemen. Een tekort aan toiletten, waardoor urineren en ontlasten gebeurt in de door de wijk stromende Mahim, jaarlijkse overstromingen tijdens het moessonseizoen en een gebrek aan zuiver water veroorzaken en verspreiden allerhande infectieziekten.

Ondanks het feit dat het stadsbestuur van Mumbai onder leiding van architect Mukesh Mehta reeds jarenlang werkt aan een ontwikkelingsplan voor Dharavi, blijven rijken en de opkomende middenklasse zich hiertegen verzetten. Verdwijnen moeten ze, die slumbewoners.

Boavida, het eiland van het goede leven …

In de ook ons bekende zwart-gele taxi verlaat ik Chhatrapati Shivaji, de luchthaven van Mumbai. Eenzelfde naam voor het grootste station en de internationale luchthaven, dit kan geen toeval zijn. Inderdaad niet. Chhatrapati Shivaji Raje Bhosle - 1627 / 1680 - was een van de bekendste leiders van de Maratha’s in het westen van India. Met succes versloeg hij de Mogols en de Islamitische sultans en wordt beschouwd als de stichter van het Maratha - rijk. Zonder enige schroom kroonde hij zichzelf in 1674 tot chhatrapati of keizer.
Ook vandaag nog wordt Shivaji door de hindoe-nationalisten beschouwd als een nationale held. Begrijpelijk dat Shiv Sena zijn naam en erfenis wil bewaren, gebruiken en misbruiken.

We rijden langs de spoorweg via de Senapati Bapat Marg en de Tulsi Pipe Road door Mahim en Dadar. Je kan er niet naast, niet zomaar voorbij. Tientallen gezinnen, honderden mannen en vrouwen, opvallend veel kleine kinderen. Pavement dwellers, ze liggen, staan, zitten op de stoep langs de spoorweg, lopen heen en weer, onverzorgd, vuil en verwaarloosd. Hoe zou het anders kunnen? Ze wassen, koken, eten, spelen en niksen. Ouderen kijken niet gericht voor zich uit, een lege blik, ontmoedigd, ontgoocheld, doelloos, niet meer wetend wat, waarheen, hoe, wanneer.  Anderen, met tientallen naast mekaar, vlechten rieten manden. Er zijn er die lachen en plezier maken. Ook dat kan blijkbaar nog, onbegrijpelijk. 

Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat hun aantal sterk is toegenomen. Het zijn er opnieuw meer dan 3 tot 5 jaar geleden. Wat vaak sloganesk lijkt, is naar mijn bescheiden mening de ruwe en onweerlegbare werkelijkheid: wereldwijd neemt de kloof tussen arm en rijk toe, wereldwijd groeit het aantal armen, letterlijk: zienderogen! Sommigen zullen dit, met cijfers, statistieken en tabellen

in de hand proberen te weerleggen. Ten onrechte, want de officiële gegevens zijn meestal  gemiddelden: als het aantal rijken en hun inkomen stijgt, stijgt ook het algemeen gemiddelde of vergis ik mij? Geen correcte weergave van de onmiskenbare realiteit, tenminste voor wie zijn ogen niet wil sluiten en gehoor geven aan de roep van velen. Bij het uitrijden van Dadar passeren we de kleurrijke flower market, zo contrasterend met de grauwe werkelijkheid een paar meter terug. Contrasten zullen er altijd zijn, hoor ik de nuchtere realist al denken. Naïef als ik ben, in de ogen van sommigen ongetwijfeld, denk ik opnieuw: en toch … De taxi stopt voor YMCA – International House, mijn verblijfplaats deze week, midden in een moslimwijk.

De volgende dagen zal ik gewekt worden door de azan, de Islamitische oproep tot gebed. We zullen hoorbaar met elkaar leven. “Convivencia”  zoals de tijd tussen de 8ste en de 15de eeuw in Al–Andalus vaak werd genoemd. Christenen, joden en moslims leefden vreedzaam samen. Onder islamitisch bewind had elke religie haar plaats. De christelijke “reconquista”,  met de herovering van het Iberisch schiereiland als uitgangspunt en doelstelling resulteerde in gedwongen bekering, deportatie of terechtstelling van vele joden en moslims. Geschiedenis als gewetensonderzoek. Misschien moet ik toch gehoor geven aan de azan en samen met mijn geburen - al dan niet anders - mediteren, reflecteren, bidden. There is no way to peace, peace is the way, solidarity the solution.

Boavida, het eiland van het goede leven …

Ondertussen is het zondag en trek ik de stad in om een nieuwe inleefreis voor te bereiden, mensen laten kennismaken met het andere. Februari 2016 wordt opnieuw een boeiende tijd.


Ik trek naar de Gateway of India, Chhatrapati Shivaji Terminus, de Crawford Market en de Marine Drive. In de Crawford Market ga ik naar de Spice King mijn voorraad incredible spices  kopen. Garam masala, fish en goda masala, heerlijk geurende kardemom en saffraandraadjes … Ramesh geeft mij nog een aantal spicy recepten mee. Het wordt weer heerlijk kokkerellen als ik thuis ben. Terwijl ik de mij aangeboden thee, gekruid met super tea masala drink, word ik aangesproken door een vriendelijke man en zijn vrouw. Zij hebben het hele tafereel van aanprijzen en laten verleiden met pretoogjes gevolgd. Het is doctor Samir Dasgupta, clinical director in het Peerless Hospitex Hospital in Kolkata en zijn vrouw, zij zijn op bezoek bij hun dochter die hier in Mumbai studeert. Het wordt een gezellige babbel, gevolgd door het uitwisselen van naamkaartjes en een nieuwe afspraak. Februari 2016 in Kolkata.

Tegen mijn gewoonte in stap ik na 3 uur wandelen de Pizza by the bay binnen, niet echt Indisch. Na meer dan een maand alcoholvrij te hebben geleefd, heb ik nu wel erg veel zin in een frisse Kingfisher. De thermometer wijst immers meer dan 30 ° aan. Brute pech, het is dry-day, een van de 10 alcoholvrije dagen in India. Het zijn dagen waarop men, rekening houdend met de gebruiken binnen de verschillende religies, zowel Hindoe als Islam, nergens alcohol schenkt. De vasten duurt noodgedwongen nog minstens een dag langer …

Bart Massart
Mumbai, 23 november 2016

zondag 22 november 2015

Van dorp naar stad ...



VAN HET DORP TERUG NAAR DE STAD
SULTANPUR … KOLKATA

Het is nog mistig en fris - toch voor een Indiër - als we om 6.15 A.M. de campus van SSDC verlaten. We rijden naar “Subhas Chandra Bose”, de luchthaven van Kolkata. Subhas Chandra Bose, was een van de vrijheidsstrijders in de jaren ’40 van vorige eeuw. Hij wou India gewapenderhand heroveren op de Engelsen en richtte het INA - Indian National Army - op. Door de ene geliefd, de andere gehaat. Heel menselijk wellicht, zoals ook nu weer blijkt uit de dagelijkse realiteit. In West-Bengalen wordt hij verheerlijkt, terwijl Mohandas Gandhi en Jawaharlal Nehru hier wel boosdoeners lijken. Zij wilden immers een onafhankelijke en overheersende hindoestaat en veroorzaakten door een gebrek aan aandacht voor een minderheid van moslims de splitsing van het Raj, het grote Indische rijk. Mohammad Ali Jinnah, een moslim uit Gujarat en een vaak vergeten speler in het verhaal van de onafhankelijkheid en de opdeling van India, had dan ook maar één alternatief: de oprichting van een eigen moslimstaat, Oost- en West-Pakistan. Deze informatie is uiteraard te beperkt om volledig te zijn, maar daar heb je zeker één en zelfs meerdere boeken voor nodig.

Nu rijden we van het dorp naar de stad, van Sultanpur in de Sunderban naar Kolkata.

Het is nog vroeg, maar dat merk je alleen aan de kilte en het uur. Overal zorgen houtskoolvuurtjes en -kacheltjes met meer dan een kleine rookpluim voor de opwarming van de aarde. Het eerste water wordt gekookt, de eerste tsja -lekkere Indische thee - gedronken. Aan elk theestalletje - en dat zijn er vele - zitten mannen hun eerste verhalen van de dag te vertellen. Vrouwen aan de theestalletjes zijn eerder zeldzaam. Je ziet ze al wel aan de pounds, de grote waterplassen of zelf gegraven vijvers. De uitgegraven zware leemgrond werd gebruikt als bouwmateriaal voor de hutten en huizen, in alle maten en modellen. De vrouwen in het water of aan de waterkant wassen zichzelf en de kleine kinderen, doen de was of de afwas. Badkamer en keuken zijn er niet, water en sanitair ontbreekt zo goed als overal. Stromend noch zuiver water werden en worden door de overheid voorzien. Hier en daar een waterpomp, meestal zelf geplaatst of in samenwerking met SSDC of andere sociale organisaties. Het totale gebrek aan zuiver water in deze regio en op zeer vele plaatsen in India is een van de belangrijkste oorzaken van chronische ziekten, zowel bij kinderen als bij volwassenen. Beeld je even in … het water in de pound is vervuild door rotzooi en afval, door urine en uitwerpselen van dier én mens, door viezigheid van allerlei aard, door ongekende en vaak giftige producten. In dit water doe je de afwas, in dit water ga jij je wassen, met dit water poets en spoel je je tanden, in dit water ga jij je “verfrissen” en plonsen de kinderen … zo nodig, want de temperatuur stijgt meestal boven 30 graden. Huidziekten, maag- en darmklachten en zoveel meer zijn daarvan het gevolg. Het is slechts één van de vele uitzichtloze situaties.

Ondertussen zorgen niet alleen de houtskoolvuurtjes maar ook de zon voor de opwarming van de aarde. Dit laatste, voorlopig een deugddoende opwarming. De ontwakende natuur trekt mij even weg uit de ruwe realiteit. De lotusbloemen, wit en paars staan nog open. Het is nog even genieten vooraleer zij hun schoonheid verbergen en bewaren voor de nacht. Waarom kan het niet andersom zodat we volop mee kunnen genieten ?

Het is een vreemde tegenstelling die je hier ontmoet: de schittering van de natuur tegenover de duistere armoede van de mens. Ligt het antwoord in de symbolische betekenis van de lotus “groei naar verlichting”, haar gegeven door het boeddhisme en het hindoeïsme en ontstaan uit het groeiproces van de bloem zelf ? De lotusbloem ontspringt immers in de modder onder water en groeit dan krachtig naar het licht, wordt een prachtige bloem. Is ons menselijk groeiproces vergelijkbaar ? Uit onwetendheid en lijden groeien naar kennis en verlossing om uiteindelijk verlichting te bereiken ?  De mens op weg naar meer mens - zijn, meer en mooier leven. De actualiteit stemt ons zeker niet hoopvol.  Voor de bewoners van de Sunderban - voor zover zij dergelijke vergelijkingen al zouden maken - alvast een onrealistisch verhaal, een naïeve droom. 


In ontwaak uit mijn droom, als we voor de gesloten overweg staan in Netra, een dorp zoals vele anderen, alleen met dit verschil dat de trein naar Kolkata er stopt en dagelijks heel wat potentiële klanten naar het kleine station brengt. Rond, op en tussen de sporen worden groenten en fruit, vis en vlees, opgeslagen en te koop aangeboden. Soms echte kleurrijke kunstwerkjes als het gaat over fruit en groenten. Onhygiënische en weinig appetijtelijk als het gaat over vis en vlees. Toch draait de verkoop. Een tiental minuten kan ik alles in mij opnemen en proberen te begrijpen hoe zij overleven en wij door dit alles zwaar zouden lijden. Alhoewel, ik ben al twee maand in India. Wat ik eet wordt op dezelfde marktjes gekocht, met hetzelfde water gewassen en gekookt. Tot nu toe leef ik nog en hopelijk duurt het nog wel even, er is nog zoveel te doen.

In Amtala zijn we halfweg, het drukste punt tussen Sultanpur en Kolkata. De weg die zoals aangelegd, breed genoeg is wordt versmald door tientallen kraampjes en venters, door kooplustige voetgangers en fietsers. Dezelfde taferelen als twintig kilometer terug. Mensen uit de omliggende dorpen, mannen en vrouwen, ouderen en jongeren, ook kinderen, die hun soms schrale oogst proberen aan de man of vrouw te brengen, in tegenstelling tot de theestalletjes, hier meestal vrouwen. Soms ligt er alleen een hoopje aardappelen of ajuinen, ladyfingers of mini komkommers, een “bussel” vastgebonden kippen smachtend naar adem en hoopvol maar vergeefs uitkijkend naar de komst van Gaia. Een ambulance met een wat hese sirene probeert hopeloos door en voor de file te geraken. Opzij gaan en wachten doen ze niet in India. Bovendien is er hier getoeter genoeg zonder dat er ooit iemand voor opzij gaat. Niet te begrijpen, maar wachten moet iedereen, hier dus ook de ambulance en de brandweer, zelfs de politie. Pech voor wie in de ambulance ligt of wacht op een vuur blussende waterstraal.  De politie, waarom zouden die door moeten ? Langzaam verdwijnt de natuur, verdrongen door een steeds chaotischer en vervuild stadsbeeld.

We rijden de voorsteden van Kolkata binnen en door. Onmiddellijk verschijnen de bekende taferelen en toestanden. Mensen, alleen of met de ganse familie langs de kant van de weg, op de stoep, aan de pomp of de kraan. Ze hebben buiten geslapen, ze leven buiten want er is voor hen geen plaats …



Drie, vier kinderen ongewassen met versleten en gescheurde kleedjes, broeken, bloesjes en T-shirts, te groot, te klein, zeker niet op maat, wroeten met blote handen in hoopjes en hopen afval. Ze zijn op zoek naar plastiek, papier, karton, metaal, alles wat verkoopbaar is. Al is het maar voor een paar roepies. Ook etensresten worden opzij gelegd of onmiddellijk “geproefd”. Deze taferelen heb ik al vaak gezien, als ik in Kolkata ben, dagelijks. Ik heb moeite om mijn tranen te bedwingen, om niet boos te worden … Waarom lopen zoveel mensen hier achteloos aan voorbij, merken ze het niet, zijn ze eraan gewoon geraakt of is er toch niets aan te doen? Ik zal het nooit gewoon worden, gelukkig maar. De tijd die me nog rest om aan de luchthaven te geraken, blijft het beeld op mijn netvlies. De vragen blijven door mijn hoofd spelen: waar blijft de solidariteit, waar blijft de overheid ? Door de jarenlange werking in India, voornamelijk in Kolkata, weet ik dat er zeer vele mensen, individueel en samen, zich hiervoor engageren, oplossingen zoeken, geld sprokkelen, mensen helpen. Uit ervaring weet ik jammer genoeg ook dat dit vaak dweilen is met de kraan open of emmertjes water naar de zee dragen. En toch, toch is het deze daadwerkelijke betrokkenheid die ons recht van spreken geeft, die ons het recht geeft om stem te zijn voor stemlozen. Dé oplossing, duurzaam en structureel komt er vaak niet, nog niet, maar de aandacht voor deze mensen, al was het té kort en té beperkt, de hulp té weinig en tijdelijk, heel even heeft iemand bij hem of haar stilgestaan, hem of haar aangesproken. Heel even heeft iemand hem of haar laten ervaren dat ook zij mensen zijn, ook al leven ze - moeten ze leven - op de stoep, in de goot, naast de vuilnisbelt, in de rioolbuis.  

Neen, het is geen mooi verhaal, maar het moet verteld worden. Waarom zouden zij minder recht hebben op een menswaardig bestaan dan jij en ik?  Als ik uit de jeep stap, denk ik nog: verdomme wat blijven ze braaf !

In het vliegtuig naar Mumbai besef ik dat ik binnen een paar uur voor dezelfde realiteit zal staan. Mag ik jou ook dan nog mijn verhaal vertellen, het met je delen ?

Bart Massart
Mumbai, 22 november 2015



donderdag 19 november 2015

Het kan en moet anders !

AS SALAAM ALAIKUM .. SJALOOM .. PEACE .. PAZ ..

HET KAN EN MOET ANDERS !


Als je ’s morgens wakker wordt wil je - ik toch en ik vermoed velen met mij - vol ijver en enthousiast beginnen aan een nieuwe dag. Meestal lukt dat ook, alhoewel goede voornemens niet altijd goede daden worden.  Vandaag begint het anders, breaking news  uit Parijs … Ik moet 2 keer kijken en herlezen voor het echt tot mij doordringt. Het kan niet waar zijn !  Zoveel onschuldige slachtoffers van dit zich alsmaar herhalende zinloos, barbaars geweld in naam van ... Ja, in naam van wat of wie ? Er zijn geen woorden voor. En toch moeten we ze vinden - woorden én daden - om deze dodelijke absurditeit te stoppen. Ik voel mij niet geroepen om hier en nu een zoveelste, wellicht onvolledige analyse te maken. Maar toch wel een paar overwegingen omdat ik niet begrijpend opkijk van zoveel selectieve verontwaardiging en kortzichtige reacties, zonder context, zonder enige ruimere vraagstelling.

“Selectieve verontwaardiging” … omdat het heel dichtbij komt, omdat dé bedreiging nu ook onze bedreiging wordt. Toch aanvaard ik dit niet omdat een mensenleven in Syrië, Egypte, Libanon, Jemen, Kenia, Rusland en op zovele andere plaatsen evenwaardig is aan een mensenleven in Parijs, Amsterdam en Brussel. Solidariteit kent geen grenzen of wel ? Als we in een financieel – economisch geglobaliseerde wereld leven waar de grenzen om financiële redenen vervagen of verdwijnen – voor sommigen althans – dan geldt dit ook en nog veel meer voor elke vorm van menselijke verbondenheid en solidariteit.

“Veralgemening zonder meer” … dé vreemdeling, dé vluchteling, dé Moslim, dé Jood, dé kerk, dé politiek, dé werkloze, dé leefloontrekker … en zo kan je nog een tijdje doorgaan. Zonder geschiedenis, zonder plaatsing binnen de juiste context wordt alles en iedereen door dezelfde mangel gehaald. Alles en iedereen wordt beoordeeld, velen veroordeeld. Onrechtvaardig, onvolwassen, met een duidelijk gebrek aan inzicht en begrip, aan openheid voor wat en wie anders is.

Maar zoals reeds gezegd, niet hier en nu wil of kan ik de grote analyse maken. Wel wil ik oproepen tot intellectuele eerlijkheid, sereniteit, objectiviteit, bescheidenheid, tot aandacht voor en luisterbereidheid, tot proberen te begrijpen wat gebeurt en waarom? Tot “onderscheiden”, geleerd van de jezuïeten.  Dit laatste is een delicate, misschien zelfs roekeloze oproep: onderscheid maken tussen dader en daad, tussen de mens en zijn of haar handelen om te veroordelen wat onmenselijk, onaanvaardbaar en absoluut verwerpelijk is, maar ook om wegen te openen voor mensen wanhopig en verdwaald. Wegen naar herstel, naar geheel nieuwe of vernieuwde verbondenheid, naar opnieuw mens – zijn. Moeilijk, haast onmogelijk begaanbaar lijken deze wegen, maar levensnoodzakelijk om een samenleving op te bouwen gebaseerd op respect, begrip, mededogen, rechtvaardigheid en vergevingsgezindheid. Een samenleven waar elke vorm van geweld, ook verbaal, structureel en geïnstitutionaliseerd niet langer worden aanvaard.

Een naïef standpunt ? Dan ben ik graag naïef omdat ik wil blijven geloven in en werken aan een andere, menselijke, verdraagzame, rechtvaardige en hartelijke wereld. Een wereld waar mensen mensen zijn, voor elkaar en met elkaar.


De overgang is groot, in hun context totaal verschillend, maar wetend dat een heel klein mosterdzaadje een grote boom kan worden, wil ik je nog even meenemen naar een paar dorpjes op de eilanden in de Sunderban van West - Bengalen.

Op rustige wateren, schitterend in de zon en omringd door vele schakeringen van groen varen we naar Banashyam Nagar, één eiland, vier dorpen, ongeveer 22.000 inwoners, hindoes en moslims. Sunarani van SSDC coördineert, dokter Saratchendra Halder onderzoekt kinderen en moeders. Langzaam groeit de groep. Na wegen en meten en de controle met het rood - geel - groene Unicef - bandje rond de bovenarm om al dan niet ondervoeding vast te stellen, begint het wachten op de eigenlijke consultatie. Zoals het overal ter wereld gaat, komen de gesprekken na even verlegen afwachten, goed op gang. Volgen kan ik niet, maar wellicht zijn het de ook ons vertrouwde onderwerpen: huishoudelijke en dagelijkse problemen, de kinderen, wie weet, ook de mannen.


Kindjes mooi gekleed en voorbereid op het doktersbezoek, anderen in een versleten en verkleurd kleedje. Sari’s en hidjabs in alle kleuren, nikabs niet allemaal geheel in het zwart. Hindoevrouwen met het uiteinde van de sari gebruikt als hoofddoek, moslimvrouwen met de nikab naar achteren geplooid, het gezicht niet bedekt. Alles verloopt spontaan, gemoedelijk, vriendschappelijk. Allemaal gaan ze op dezelfde manier met de kinderen om, zoals bij ons, zoals overal ter wereld. Het zijn ook kinderen zoals bij ons: stil en druk, lachend en wenend. Ik zet me bij hen, probeer een gesprek of wat een gesprek zou moeten zijn. Zij kennen geen of te weinig Engels, ik te weinig Bengaals. Toch voel je de wederzijdse nieuwsgierigheid, het willen praten, de natuurlijke verbondenheid van mensen met aandacht voor elkaar. Ook zonder woorden leer je hier veel, een stille verrijking. Aarzelend en met enige schroom, maar ik waag het erop: foto’s ? Geen probleem, integendeel. Samen kijken we naar de gemaakte foto’s, we lachen.

Ondertussen zijn ook deze moslima’s aan de beurt bij de dokter, een man, een hindoe. Wat dacht je … geen probleem. Het onderzoek, het gesprek verloopt hartelijk. Wanneer de dames naar huis gaan met elk een kind op de arm of aan de hand, zeg ik “As salaam alaikum”. Zichtbaar verrast en lachend krijg ik antwoord “Wa alaikum salaam” ! Ik kijk hen na en denk aan het breaking news  uit Parijs … een andere wereld ?

’s Anderendaags varen we naar Durbachati, één eiland, zes dorpen, iets meer dan 21.000 inwoners, hindoes en moslims. Te voet, gepakt en beladen met weegschaal, medicatie en andere medische apparatuur trekken we naar Chintamenipur, een dorp met 450 families, waarvan 100 moslimfamilies. Sahana Kathun is de arts van dienst, een jonge, getrouwde en hartelijke moslima, een overtuigde moslima. Onderweg naar Ramganga, het havenstadje, leest ze de Koran. Spontaan, maar onterecht, dwarrelen allerlei gedachten door mijn hoofd: een gesluierde moslima, hindoevrouwen en kinderen, consultaties, vragen en antwoorden ? Zie ik – gevormd of misvormd door mijn westerse context – voorafgaand en voorbarig - problemen die er niet zullen komen ?










Het aantal aanwezige hindoevrouwen overstijgt met grote meerderheid het aantal moslimvrouwen. Maar niemand keert terug huiswaarts omdat de consulterende arts een moslima is. Sahana is hartelijk en zorgzaam, luistert aandachtig, vertelt wat ze vaststelt en geeft advies. De consultaties lopen vlot.

Ik wandel met Sulman het dorp in, kijkend, luisterend, vragend. De erbarmelijke levensomstandigheden, de schrijnende armoede blijven confronterend, ook na zovele jaren en ervaringen. Gelukkig maar, onverschilligheid zou meer dan jammer zijn. Na een paar minuten lopen blijven we staan. Een man graaft putten voor de fundering van wat eenmaal zijn huis moet worden. De vervallen hut achteraan is zijn huidige woonst. 

Namaskar, ik groet hem van ver. De man komt naar ons toe en met de hulp van Sulman beginnen we een gesprek. Dron is zijn naam, een magere, niet al te grote man van 56 jaar. Hij is getrouwd en heeft 2 zonen, een in klas 8, de andere in klas 10.  Hij bezit alleen de grond waar zijn hut op staat en zijn toekomstig huis moet komen, geen rijstvelden, geen groentetuin, alleen 2 koeien. Te weinig om met z’n vieren van te leven. Meer dan 10 maand per jaar werkt hij in Bihar, de aangrenzende staat van West - Bengalen. Rijstmeel is het product. Nog 6 dagen en hij moet terug naar Bihar, zijn vrouw en 2 zonen achterlatend voor meer dan 3 maand. Ik bedank hem voor het gesprek en wens hem veel geluk. Het zal hem wellicht niet veel opbrengen, maar de aandacht en het gesprek hebben hem zichtbaar deugd gedaan.


We wandelen nog wat verder en keren dan op onze stappen terug. Kinderen lopen joelend achter ons aan, volwassenen kijken verrast naar die blanke vreemdeling. Hier nog nooit gezien. Bij onze terugkomst in het schooltje waar het mother & child camp plaatsvindt worden we verwend met een lekkere tsja en een koekje … meer moet dat niet zijn.

Dokter Sahana en de hindoevrouwen, een hoopvol samengaan van wat elders onverenigbaar lijkt. Op de terugweg leest ze opnieuw in de Koran. Ik houd het bij een stille meditatie. Parijs en Chintamenipur, een wereld van verschil. Het dorp als een hoopvol moment waar mensen mensen ontmoeten, waar verschillen geen hinderpaal zijn.

Bart Massart
Sunderban, 18 november 2015.