donderdag 19 november 2015

Het kan en moet anders !

AS SALAAM ALAIKUM .. SJALOOM .. PEACE .. PAZ ..

HET KAN EN MOET ANDERS !


Als je ’s morgens wakker wordt wil je - ik toch en ik vermoed velen met mij - vol ijver en enthousiast beginnen aan een nieuwe dag. Meestal lukt dat ook, alhoewel goede voornemens niet altijd goede daden worden.  Vandaag begint het anders, breaking news  uit Parijs … Ik moet 2 keer kijken en herlezen voor het echt tot mij doordringt. Het kan niet waar zijn !  Zoveel onschuldige slachtoffers van dit zich alsmaar herhalende zinloos, barbaars geweld in naam van ... Ja, in naam van wat of wie ? Er zijn geen woorden voor. En toch moeten we ze vinden - woorden én daden - om deze dodelijke absurditeit te stoppen. Ik voel mij niet geroepen om hier en nu een zoveelste, wellicht onvolledige analyse te maken. Maar toch wel een paar overwegingen omdat ik niet begrijpend opkijk van zoveel selectieve verontwaardiging en kortzichtige reacties, zonder context, zonder enige ruimere vraagstelling.

“Selectieve verontwaardiging” … omdat het heel dichtbij komt, omdat dé bedreiging nu ook onze bedreiging wordt. Toch aanvaard ik dit niet omdat een mensenleven in Syrië, Egypte, Libanon, Jemen, Kenia, Rusland en op zovele andere plaatsen evenwaardig is aan een mensenleven in Parijs, Amsterdam en Brussel. Solidariteit kent geen grenzen of wel ? Als we in een financieel – economisch geglobaliseerde wereld leven waar de grenzen om financiële redenen vervagen of verdwijnen – voor sommigen althans – dan geldt dit ook en nog veel meer voor elke vorm van menselijke verbondenheid en solidariteit.

“Veralgemening zonder meer” … dé vreemdeling, dé vluchteling, dé Moslim, dé Jood, dé kerk, dé politiek, dé werkloze, dé leefloontrekker … en zo kan je nog een tijdje doorgaan. Zonder geschiedenis, zonder plaatsing binnen de juiste context wordt alles en iedereen door dezelfde mangel gehaald. Alles en iedereen wordt beoordeeld, velen veroordeeld. Onrechtvaardig, onvolwassen, met een duidelijk gebrek aan inzicht en begrip, aan openheid voor wat en wie anders is.

Maar zoals reeds gezegd, niet hier en nu wil of kan ik de grote analyse maken. Wel wil ik oproepen tot intellectuele eerlijkheid, sereniteit, objectiviteit, bescheidenheid, tot aandacht voor en luisterbereidheid, tot proberen te begrijpen wat gebeurt en waarom? Tot “onderscheiden”, geleerd van de jezuïeten.  Dit laatste is een delicate, misschien zelfs roekeloze oproep: onderscheid maken tussen dader en daad, tussen de mens en zijn of haar handelen om te veroordelen wat onmenselijk, onaanvaardbaar en absoluut verwerpelijk is, maar ook om wegen te openen voor mensen wanhopig en verdwaald. Wegen naar herstel, naar geheel nieuwe of vernieuwde verbondenheid, naar opnieuw mens – zijn. Moeilijk, haast onmogelijk begaanbaar lijken deze wegen, maar levensnoodzakelijk om een samenleving op te bouwen gebaseerd op respect, begrip, mededogen, rechtvaardigheid en vergevingsgezindheid. Een samenleven waar elke vorm van geweld, ook verbaal, structureel en geïnstitutionaliseerd niet langer worden aanvaard.

Een naïef standpunt ? Dan ben ik graag naïef omdat ik wil blijven geloven in en werken aan een andere, menselijke, verdraagzame, rechtvaardige en hartelijke wereld. Een wereld waar mensen mensen zijn, voor elkaar en met elkaar.


De overgang is groot, in hun context totaal verschillend, maar wetend dat een heel klein mosterdzaadje een grote boom kan worden, wil ik je nog even meenemen naar een paar dorpjes op de eilanden in de Sunderban van West - Bengalen.

Op rustige wateren, schitterend in de zon en omringd door vele schakeringen van groen varen we naar Banashyam Nagar, één eiland, vier dorpen, ongeveer 22.000 inwoners, hindoes en moslims. Sunarani van SSDC coördineert, dokter Saratchendra Halder onderzoekt kinderen en moeders. Langzaam groeit de groep. Na wegen en meten en de controle met het rood - geel - groene Unicef - bandje rond de bovenarm om al dan niet ondervoeding vast te stellen, begint het wachten op de eigenlijke consultatie. Zoals het overal ter wereld gaat, komen de gesprekken na even verlegen afwachten, goed op gang. Volgen kan ik niet, maar wellicht zijn het de ook ons vertrouwde onderwerpen: huishoudelijke en dagelijkse problemen, de kinderen, wie weet, ook de mannen.


Kindjes mooi gekleed en voorbereid op het doktersbezoek, anderen in een versleten en verkleurd kleedje. Sari’s en hidjabs in alle kleuren, nikabs niet allemaal geheel in het zwart. Hindoevrouwen met het uiteinde van de sari gebruikt als hoofddoek, moslimvrouwen met de nikab naar achteren geplooid, het gezicht niet bedekt. Alles verloopt spontaan, gemoedelijk, vriendschappelijk. Allemaal gaan ze op dezelfde manier met de kinderen om, zoals bij ons, zoals overal ter wereld. Het zijn ook kinderen zoals bij ons: stil en druk, lachend en wenend. Ik zet me bij hen, probeer een gesprek of wat een gesprek zou moeten zijn. Zij kennen geen of te weinig Engels, ik te weinig Bengaals. Toch voel je de wederzijdse nieuwsgierigheid, het willen praten, de natuurlijke verbondenheid van mensen met aandacht voor elkaar. Ook zonder woorden leer je hier veel, een stille verrijking. Aarzelend en met enige schroom, maar ik waag het erop: foto’s ? Geen probleem, integendeel. Samen kijken we naar de gemaakte foto’s, we lachen.

Ondertussen zijn ook deze moslima’s aan de beurt bij de dokter, een man, een hindoe. Wat dacht je … geen probleem. Het onderzoek, het gesprek verloopt hartelijk. Wanneer de dames naar huis gaan met elk een kind op de arm of aan de hand, zeg ik “As salaam alaikum”. Zichtbaar verrast en lachend krijg ik antwoord “Wa alaikum salaam” ! Ik kijk hen na en denk aan het breaking news  uit Parijs … een andere wereld ?

’s Anderendaags varen we naar Durbachati, één eiland, zes dorpen, iets meer dan 21.000 inwoners, hindoes en moslims. Te voet, gepakt en beladen met weegschaal, medicatie en andere medische apparatuur trekken we naar Chintamenipur, een dorp met 450 families, waarvan 100 moslimfamilies. Sahana Kathun is de arts van dienst, een jonge, getrouwde en hartelijke moslima, een overtuigde moslima. Onderweg naar Ramganga, het havenstadje, leest ze de Koran. Spontaan, maar onterecht, dwarrelen allerlei gedachten door mijn hoofd: een gesluierde moslima, hindoevrouwen en kinderen, consultaties, vragen en antwoorden ? Zie ik – gevormd of misvormd door mijn westerse context – voorafgaand en voorbarig - problemen die er niet zullen komen ?










Het aantal aanwezige hindoevrouwen overstijgt met grote meerderheid het aantal moslimvrouwen. Maar niemand keert terug huiswaarts omdat de consulterende arts een moslima is. Sahana is hartelijk en zorgzaam, luistert aandachtig, vertelt wat ze vaststelt en geeft advies. De consultaties lopen vlot.

Ik wandel met Sulman het dorp in, kijkend, luisterend, vragend. De erbarmelijke levensomstandigheden, de schrijnende armoede blijven confronterend, ook na zovele jaren en ervaringen. Gelukkig maar, onverschilligheid zou meer dan jammer zijn. Na een paar minuten lopen blijven we staan. Een man graaft putten voor de fundering van wat eenmaal zijn huis moet worden. De vervallen hut achteraan is zijn huidige woonst. 

Namaskar, ik groet hem van ver. De man komt naar ons toe en met de hulp van Sulman beginnen we een gesprek. Dron is zijn naam, een magere, niet al te grote man van 56 jaar. Hij is getrouwd en heeft 2 zonen, een in klas 8, de andere in klas 10.  Hij bezit alleen de grond waar zijn hut op staat en zijn toekomstig huis moet komen, geen rijstvelden, geen groentetuin, alleen 2 koeien. Te weinig om met z’n vieren van te leven. Meer dan 10 maand per jaar werkt hij in Bihar, de aangrenzende staat van West - Bengalen. Rijstmeel is het product. Nog 6 dagen en hij moet terug naar Bihar, zijn vrouw en 2 zonen achterlatend voor meer dan 3 maand. Ik bedank hem voor het gesprek en wens hem veel geluk. Het zal hem wellicht niet veel opbrengen, maar de aandacht en het gesprek hebben hem zichtbaar deugd gedaan.


We wandelen nog wat verder en keren dan op onze stappen terug. Kinderen lopen joelend achter ons aan, volwassenen kijken verrast naar die blanke vreemdeling. Hier nog nooit gezien. Bij onze terugkomst in het schooltje waar het mother & child camp plaatsvindt worden we verwend met een lekkere tsja en een koekje … meer moet dat niet zijn.

Dokter Sahana en de hindoevrouwen, een hoopvol samengaan van wat elders onverenigbaar lijkt. Op de terugweg leest ze opnieuw in de Koran. Ik houd het bij een stille meditatie. Parijs en Chintamenipur, een wereld van verschil. Het dorp als een hoopvol moment waar mensen mensen ontmoeten, waar verschillen geen hinderpaal zijn.

Bart Massart
Sunderban, 18 november 2015.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten