zaterdag 7 november 2015

Salmina ... weerbaarheid, hoop en toekomst.

SALMINA … weerbaarheid, hoop en toekomst.


Eleven a.m.,  Sulman en ik rijden met de motorbike naar Mallickpara, een dorp op een 20-tal minuten rijden van SSDC - Sunderban Social Development Centre, partner van PAZ. 

Achter op de motor, een zalig gevoel. Een windje bedwingt de warmte, verzacht de brandende zon. Sommige mensen kijken ons verbaasd na, een 'blanke man' achter op de motor. Voor de een van zijn verbazing bekomen is, heeft een ander zijn verbazing al overgenomen. De wegen zijn niet breed, wel  hobbelig. Elkaar kruisen is soms moeilijk, maar geen hindernis die niet genomen wordt en vooral … geen gemor, boosheid of middelvinger. Geen verkeersagressie. Geiten, koeien, honden en kippen worden behendig ontweken of 'weggetoeterd'. Verkeersdrempels - zelfs hier - vaak niet opvallend maar bijzonder efficiënt, worden zeer behoedzaam genomen. Ondertussen geniet ik van het landschap, de groene pracht, de vele bloemen in alle kleuren, bevlogen en bestoken door tientallen vlinders en insecten. Ponds zie je overal. Het zijn kunstmatige vijvers, putten uitgegraven om de vettige leem te gebruiken als bouwmateriaal. Hutten en hutjes van leem, de meest voorkomende woonst. Wat verder langs de weg liggen grote palmtakken met tientallen te drogen, ze moeten als dak bescherming bieden tegen de hitte van de zon en de slagkracht van de hevige moessonregens.



Wanneer we in het dorp aankomen worden we verwelkomt door Sumadhi, fieldworker en SSDC - coördinator voor dit dorp. We wandelen naar de plek waar een groep jongeren wat zenuwachtig en giechelend staat te wachten om op te treden: “Theater performance by children at the village level to disseminate information on child labour and child rights.” 

Straattheater om ouders en kinderen te waarschuwen voor child traffic en child labour. Voor domestic work, ook ons bekend door het levensengagement van zuster Jeanne Devos.


Middlemen, tussenpersonen, gaan langs in
de dorpen om - in het minst erge geval - kinderen te ronselen. In het slechtste geval worden kinderen zonder meer ontvoerd. Bij het ronselen worden ouders verleid met bedragen tot 100.000 Rs, een kleine 1.500 €.  De armoede is zo schrijnend, de nood zo groot dat ouders soms geneigd zijn toe te geven en geloof hechten aan het mooie verhaal dat hun wordt voorgehouden. Hun kind zal in goede omstandigheden kunnen werken in een hotel, in een confectieatelier, in een winkel, bij welstellende en hoogstaande mensen. De realiteit is veel brutaler, mensonwaardig. De kinderen belanden in grootsteden zoals Kolkata, Delhi, Mumbai of worden overgebracht naar Dubai of andere Arabische steden. Zij worden tewerkgesteld als huisslaven en goedkope werkkrachten, komen in de prostitutie terecht, moeten bedelen. Zij worden mishandeld en misbruikt, geen tientallen, maar miljoenen. Zuster Jeanne is beter geplaatst dan ik om hierover te getuigen.

De jongeren van het child committee spelen hun rol met overtuiging en proberen zo ouders en kinderen duidelijk te maken dat het verleidelijk aanbod leugenachtig is, nooit een oplossing zal bieden, integendeel slechts ontwrichting, ellende, trauma’s. Het klinkt hard en lijkt ons misschien overdreven, maar hier is het dagelijkse realiteit, niet meer niet minder. Na de voorstelling heb ik een lang gesprek met de jongeren waarbij ze ook heel nieuwsgierig zijn en graag willen weten vanwaar ik kom, hoe mijn naam is, wat ik eet en drink en … Sir, can we come to Belgium?

Voor we het dorp verlaten gaan we nog even op bezoek bij een paar families. Onderweg ontmoeten we Salmina. Ze straalt, “opnieuw” moet ik erbij zeggen. Een tijdje geleden zag de toekomst er voor haar minder goed uit.

Salmina heeft 4 zussen en 2 broers. Haar vader - riksjadriver - is al een tijdje thuis. Een kwetsuur verhindert hem te fietsen. Geen inkomsten dus. De familie is zeer arm, met 8 personen wonen ze in een lemen hutje van nauwelijks 5 op 5. Ze proberen te overleven door het maken en versieren van sari’s. Huisarbeid, kinderarbeid. De oudste zoon is getrouwd en leeft zelfstandig. Om de ellende te verzachten, de uitzichtloosheid te verminderen, had de vader beslist Salmina - 12 jaar - uit te huwelijken. 


Een mondje minder. Maar dit was een zware inschattingsfout. De weerbaarheid van Salmina en van de jongeren uit het child protection committee was groter en efficiënter dan verwacht. Salmina weigerde, deed haar verhaal aan een vriendin van het jongerencomité en samen trokken ze zonder aarzelen naar de police officer van Mandirbazar block. Early marriage, een bekend thema, een nog steeds bestaande realiteit. De man had oor naar het verhaal en zijn hart op de juiste plaats. Een bezoek aan de vader en een dwingend voorstel volstonden. Geen huwelijk voor de leeftijd van 18. Een verslag werd opgesteld, een overeenkomst ondertekend. Een verhaal van weerbaarheid, daadkracht en geloof in eigen rechten, in een eigen toekomst. Salmina gaat opnieuw naar school, ze straalt ! We bezoeken de familie, ik heb een uitgebreid gesprek met de vader. Voor zover ik het kan inschatten, lijkt hij het begrepen te hebben. Afwachten wat de toekomst brengt. Het gezin blijft groot, de armoede schrijnend, een oplossing is er voorlopig niet, niet op korte, niet op middellange termijn. Als je de context kent, besef je hoe wanhopig mensen op zoek gaan, moeten gaan om een uitweg te vinden. Goedkeuren niet, begrijpen wel !

Soms is er hoop, soms kan het: mensen een hand reiken, de gewoonten keren, het onrecht een halt toeroepen. Geïnspireerd en bemoedigd door Salmina en de jongeren, stap ik opnieuw achter op de motor van Sulman. Het toneel, de gesprekken beklijven, de natuur gaat aan mij voorbij, biedt voor even geen soelaas.

Bart Massart

Sultanpur, 07.11.2015

woensdag 4 november 2015

Bloemen van spongewood ...

BLOEMEN VAN SPONGEWOOD …


Sinds een paar dagen is de Sunderban mijn tijdelijk “homeland”. Het uitgestrekt      deltagebied van de Ganges in de Golf van Bengalen telt 102 eilanden en wordt bewoond door meer dan 8 miljoen mensen. De Sunderban is een van de meest achtergestelde gebieden in India. Het klimaat is vaak genadeloos. Zomerse temperaturen die oplopen tot 40° en meer, een vochtigheidsgraad van 90% plus en een regenseizoen dat jaar na jaar duizenden mensen dakloos maakt en hun huizen, hutten en woonplaatsen herleidt tot puinhopen. Steeds opnieuw herbeginnen, opnieuw bouwen, wanhopig vechten tegen het noodlot dat schijnbaar gemakkelijk wordt aanvaard. Ik weet niet of “berusting” het juiste woord is, maar merkwaardig voor mij is de manier waarop Indiërs hun levenslot aanvaarden, ondergaan. 

Met miljoenen leven ze in mensonwaardige omstandigheden. In de stad: op de straten, in de slums en in vervallen gebouwen. Langs de wegen onder gescheurde zeilen, houten en metalen platen. In de dorpen: in half ingezakte hutten van leem, hout en stro. Omstandigheden, het begrip wonen onwaardig. Toch merk ik zelden of nooit verbittering, opstandigheid. Heeft het te maken met de Hindoe – religie, met hun geloof in een wedergeboorte en hun hoop op een beter leven. Is het een gelatenheid omwille van “het lukt ons toch niet, er zal niets veranderen”. Door de eeuwen heen blijft het beeld en de realiteit van India gekoppeld aan een vernederende, mensonterende armoede. Elke keer opnieuw maakt het mij niet alleen sprakeloos, maar ook opstandig. Inwendig althans, want telkens ik probeer te begrijpen of in discussie ga, word ik bij wijze van spreken teruggefloten of probeert men mij plat te slaan met een reeks argumenten die mij meestal niet kunnen overtuigen. Zo is het, zo is India nu eenmaal. Verandering is niet mogelijk. Hoe onverbiddelijk en snel mijn levensjaren ook oplopen, “niet mogelijk” is - in deze omstandigheden - voor mij nog steeds onaanvaardbaar. Het kan toch anders, het moet anders ! Het kan toch niet dat meer dan een derde van de wereldbevolking constant en uitzichtloos in mensonwaardige, ziekmakende en onaanvaardbare omstandigheden moet leven, overleven. Misschien moet ik mij, ook na al die jaren, de Indische levenswijze wat meer eigen maken en proberen te aanvaarden. Echte verandering realiseren zal mij wellicht ook deze keer niet lukken. “Blijven proberen” zal ik in elk geval, stap voor stap, gesteund door de mensen in de Sunderban, door de mensen van SSDC - Sunderban Social Development Centre, de Indische partner van PAZ in dit gebied.

Bij SSDC kom ik opnieuw thuis, een maand lang ondergedompeld in de realiteit van het Indische dorpsleven. “Idyllisch” lijkt een automatisch toe te voegen adjectief, maar dat is het helemaal niet, integendeel. Een eerste keer in 24 Parganas South doet je onmiddellijk vergeten dat je zo net het chaotische Kolkata hebt verlaten.  Palm - en bananenbomen wuiven je toe, groen in alle schakeringen verwelkomt je, bloemen en fruit staan en hangen uitnodigend voor het grijpen.
Een paar kilometer buiten Kolkata lijkt het leven te veranderen, wordt het opnieuw leefbaar, wordt gezond ademen weer mogelijk. Ook al wordt wat nog niet zichtbaar is confronterend, hiervan moet je in elk geval genieten. Zonder twijfel, de natuur oogt mooi.

Met die andere, niet onmiddellijk zichtbare realiteit word ik snel geconfronteerd. Eenmaal bij SSDC in Sultanpur trekken we dag na dag naar dorpen en eilanden. Twee studenten verpleegkunde uit Leuven gaan mee op pad. Zij blijven voor 6 maanden, een laatste internationale stage vooraleer ze hun einddiploma in ontvangst kunnen nemen.  

Nilamberpur, een dorp met 240 gezinnen, bij benadering een 1000 - tal inwoners, komt eerst aan de beurt. Transport en communicatie behoren tot de grootste problemen van dit moeilijk toegankelijk gebied. Wegen, veelal moeilijk berijdbaar. Vervoermiddelen, van fietsen tot jeeps met alle variaties daar tussen: fiets- en motor-van, fiets- en motorriksja of autobus. Onvermijdelijk moeten ook vele stukken te voet worden afgelegd. Stappend denk ik aan oudere mensen, hoogzwangere vrouwen, iemand met een gebroken arm of been, gekwetst of zwaar ziek. Voor hen dezelfde transportmiddelen. Voor een ambulance zijn de meeste dorpen onbereikbaar.
   
Sulman, de verantwoordelijke voor de MAC – Multipurpose Activity Centre - begeleidt ons naar het dorp. Gebruikmakend van een fiets-van en motorriksja en na een korte wandeling, arriveren we na een uur in Nilamberpur. We worden verwelkomt door Sungita, maatschappelijk werkster van SSDC, hartelijk en enthousiast. Ze brengt ons naar het Multipurpose Activity Centre van het dorp, een van de 20 in deze regio. “Centre” is een groot woord. We zitten in de open overdekte voorplaats van een van de betere woningen in het dorp. De familie Halda stelt deze ruimte elke voormiddag van maandag tot vrijdag ter beschikking als klaslokaal voor outdrop children.

“Outdrop children”  een vreemd woord voor de vele kinderen die omwille  van het gebrek aan middelen noodgedwongen de school verlaten hebben. De kostprijs van één schooljaar, zonder de boeken, bedraagt hier 240 Rs of iets meer dan 3 €. Voor velen te veel, want voeding komt op de eerste plaats, medicatie volgt. Door gebrek aan geld moeten kinderen meewerken. Vele kinderen kwamen al in aanraking met child traffic, child labour of prostitutie. In het Mac krijgen zij een nieuwe kans, een praktische voorbereiding op de school of de professionele training. Elk jaar zorgt PAZ voor een bijdrage van 5.000 € voor de bookbank van het child parliament. Boeken worden gratis uitgeleend om meer kinderen de kans te geven naar school te gaan.

De informatie die ik aansluitend krijg is hallucinant. In India zouden meer dan 18 miljoen kinderen of ongeveer 1,5 % van de totale bevolking worden vermist. Bij de plaatselijke politie zijn er 1098 vermiste kinderen opgegeven. Daarom heeft het MAC ook een awarness-programme voor ouders en kinderen en wordt er intensief samengewerkt met de politie.

Ook wij volgen de les, gaan in gesprek met de kinderen en sluiten samen af met een paar liedjes en een dans.

Sungita neemt ons mee op home visit zodat we de kans krijgen van heel nabij kennis te maken met de dagelijkse gang van zaken. Huisarbeid en familieateliers zijn alom aanwezig in de vele dorpen van de Sunderban. Het ganse gezin versiert sari’s, rolt bidi’s - een populaire Indische sigaret - maakt stoeltjes en borstels of kunstbloemen. De familie waar wij te gast zijn, maakt kunstbloemen gesneden uit spongewood, een zeer buigzame en flexibele houtsoort waaruit niet alleen bloemen worden gesneden, maar ook hele kunstwerkjes gemaakt. Wie het niet kent of voor een eerste keer ziet, denk onmiddellijk aan ivoren beeldjes. Zeer handig en snel wordt de tak in fijne laagjes hout gesneden, opgerold, samengebonden en kunstig ingesneden. Verschillende soorten bloemen, al dan niet gekleurd, zijn het resultaat. Zij worden onder meer verkocht in Kolkata op een van de grootste handicraft - markten ter wereld.

Mooi, kunstig, verleidelijk … de keerzijde is minder “rooskleurig”. Op 3 dagen maken ze 1000 bloemen en ontvangen hiervoor 100 Rs, 33 Rs of 0,47 € per dag en dat voor het werk van een drietal mensen.  De bloemen worden verkocht aan een middleman die alles komt ophalen. Hij verkoopt de bloemen voor het 10 -   voudige op de markt in Kolkata. Huisarbeid en familieateliers worden uitgebuit door niets ontziende handelaars, vaak echte maffiabenden, die hele dorpen in hun macht houden. “Bounded labour”, nog dagelijkse realiteit in India.

We worden nog gastvrij ontvangen bij de familie Halda. Supna zorgt voor thee, de buren voor enkele koekjes. De hete thee wordt geschonken in de mooiste kopjes van het dorp. In een mum van tijd staat het halve dorp nieuwsgierig rondom ons, kinderen en vrouwen vooraan, mannen kijken toe van op afstand. We maken kennis, luisteren, vragen, antwoorden. Hun gastvrijheid is onbeperkt, ze geven wat ze hebben, er wordt veel gelachen. Samen genieten we van dit heerlijke moment. Ook zij … waarom hebben deze vreemde, blanke mensen aandacht voor ons ?


We gaan terug naar SSDC zoals we gekomen zijn of toch niet helemaal ? 
Dergelijke ontmoetingen beklijven, veranderen een mens … hopelijk ten goede !



Bart Massart

Sultanpur, 4 november 2015